Het bioscoopscherm: een overzicht

Theaterdoek

Aan het eind van de 19e eeuw was het gebruikelijk dat een kleine stad in de Verenigde Staten slechts één bioscoop had. Als een stad twee of meer bioscopen had, lagen ze vaak ver uit elkaar. Dit kwam door een verouderd aspect van de toenmalige filmindustrie: projectie. In plaats van films te vertonen door ze op een scherm te projecteren met een projector, zoals bij moderne films, moesten deze ouderwetse theaters hun films afspelen via echte filmrollen. De filmrol is eigenlijk een vast stuk metaal dat verschillende afzonderlijke stukken film bevat die samen worden gewikkeld en als één stuk worden afgespeeld wanneer ze door een projector worden gevoerd. Om uw film in een ander theater af te spelen, moet u eerst de spoel uit uw oorspronkelijke theater halen, zodat zij hem kunnen afspoelen en opnieuw opwinden voordat ze hem bij hun vertoningen afspelen. Dit proces heet "uitlenen" van de spoel… In het echte leven is dit hoe boekenuitgevers boeken uitlenen aan bibliotheken, zodat lezers ze kunnen lezen zonder ze te bezitten, maar in plaats daarvan gratis kunnen lenen tot ze weer terug moeten.

De eerste bioscopen hadden geen schermen.

Toen Thomas Edison in 1877 de filmcamera uitvond, betekende dat een enorme doorbraak in de mediatechnologie. Zijn uitvinding was zo'n succes dat het uiteindelijk de noodzaak van veel andere technologieën die voorheen werden gebruikt om bewegende beelden te creëren, verving. Een van die technologieën was het scherm. Vóór het scherm was een film slechts een opname van beelden die door een camera in een donkere kamer werden gemaakt. Vanaf het begin werden films opgenomen op film, een soort plastic.

De eerste films werden gefilmd in studio's waar technici zeer lange stukken film gebruikten om zeer ondiepe beelden te maken die vervolgens op een geverfde achtergrond werden geschilderd. Schermen waren in deze studio's niet nodig omdat dezelfde beelden overal op muren konden worden geschilderd. De eerste film die op een scherm werd geprojecteerd was The Man Who films Himself Walking, in 1896. Met deze technologie kon iemand in een donkere kamer zitten en een film zien van een persoon die door een kamer liep. Dit was zo'n noviteit dat het een groot deel van de filmindustrie van die tijd werd, maar het was slechts een van de vele manieren om bewegende beelden te creëren.

Verschillende soorten filmschermen.

Er zijn veel verschillende soorten filmschermen. Sommige zijn ontworpen voor zachtere beelden en worden gebruikt voor theaters, of voor televisietoestellen. Deze schermen kunnen gemaakt zijn van een helder witte plastic coating, of hebben een meer gedempte kleur die ontworpen is om de ogen geen pijn te doen. Schermen voor bioscopen zijn ontworpen om de invloed van licht op de film te minimaliseren, waardoor deze kan vervagen, wazig kan worden of zelfs kapot kan gaan. In deze schermen kunnen ook speciale effecten zijn ingebouwd, zoals projectoren die het scherm van kleur laten veranderen of mee laten bewegen met de geprojecteerde beelden. Voor televisie ontworpen schermen zijn ontworpen om beelden duidelijk weer te geven, maar zijn niet ontworpen om de impact van licht op het beeld te minimaliseren.

Film vs. digitale projectie

Digitale projectie is een type projectie waarbij een computer continu beelden scant en weergeeft op een scherm. De beelden zijn opgebouwd uit pixels, die als individuele stukjes verf op een leeg doek worden geplaatst om een beeld te creëren. De laatste jaren is de technologie zodanig veranderd dat de scan veel sneller dan ooit tevoren kan worden uitgevoerd, waardoor beelden van hoge kwaliteit op het scherm kunnen worden getoond. Deze technologie werd oorspronkelijk gecreëerd voor gebruik in theaters, waar de noodzaak van een fysieke filmrol betekende dat de projector statisch was en niet kon veranderen. Digitale projectie werd ook gecreëerd om een ander probleem in digitale theaters op te lossen: hoe te voorkomen dat het beeld op de muur achter het publiek wordt getoond. Dit is een enorm probleem in digitale bioscopen omdat zij vaak open stoelen hebben, terwijl de filmrollen naast het scherm moeten worden geplaatst. In dit scenario zou de persoon naast u hetzelfde beeld kunnen zien en de woorden op het scherm kunnen lezen. Dit probleem kan worden opgelost door het scherm een virtuele muur te laten zijn, of door het publiek te laten staan.

Wat maakt een goed bioscoopscherm?

Om het beste type scherm voor uw bioscoop te kiezen, wilt u eerst kijken naar het type projectie dat zal worden gebruikt. Er zijn twee soorten projectie die in bioscopen worden gebruikt. De eerste is de zogenaamde anamorfe projectie. Bij dit type projectie wordt het beeld als een rechthoek gecreëerd, en dan moet je een projector gebruiken die die rechthoek kan uitrekken op het scherm. Deze projectiemethode wordt vaak gebruikt in grootbeeldtheaters waar mensen enorme, meeslepende beelden op een groot scherm geprojecteerd willen zien. De andere projectiemethode die in bioscopen wordt gebruikt, heet anamorf breedbeeld, of 4:3. Dit projectietype lijkt op een standaard televisiescherm, en alle beelden worden gelijkmatig uitgerekt om op die breedte te passen. Als u in een bioscoop zit, kunt u overwegen om voor anamorf breedbeeld te kiezen. Als u films op een kleiner scherm wilt vertonen, dan is anamorf breedbeeld misschien wel de beste keuze. Er zijn nog vele andere factoren die moeten worden overwogen bij het kiezen van het beste type scherm voor uw bioscoop. Eén factor is de helderheid van het scherm. U wilt ervoor zorgen dat het scherm helder genoeg is, zodat de film niet wazig wordt, maar niet zo helder dat het afleidt van de film. Zelf een theatherdoek nodig voor film of projectie kijk dan hier.